Stellingen bij het proefschrift van Cornelis Jan Kuiken (2013)
1. Alleen al de constatering dat absenteïsme in de Bildtse geschiedenis vrijwel onafgebroken een rol heeft gespeeld, rechtvaardigt een beschrijving van deze geschiedenis in translokaal verband.
2. De erkenning door de Friese overheid van het recht van aanwas van gebruikers van Bildts kwelderland in 1506 was niet alleen van belang voor de lokale ontwikkeling, maar markeert ook de overgang van Friesland van laatmiddeleeuwse vetesamenleving naar vroegmoderne rechtsstaat.
3. De geleidelijke ontfriesing van de namen van gebruikers van Bildtland in de loop van de zestiende eeuw pleit tegen de overlevering van een Hollandse immigratiegolf in 1505, maar stemt goed overeen met contemporaine archiefgegevens die wijzen op kettingmigratie naar Het Bildt.
4. Bij gebrek aan vroeg zestiende-eeuwse vermeldingen van Wijngaarden, Altena en Kijfhoek als dorpsnamen in Het Bildt, moet worden aangenomen dat deze tussen 1570 en 1590 gebezigde alternatieven voor de sinds 1527 gangbare parochienamen eerst omstreeks 1570 zijn bedacht.
5. De loopbaan van Willem (I) van Haren toont aan dat hoewel in Friesland onder de Republiek adeldom de jure niet werd verleend, deze wel onderhands door de Stadhouder kon worden erkend.
6. De bewering van Hartman Sannes dat ‘vooruitstrevende onderwijzers’ in Het Bildt na 1830 de opkomst van het liberalisme hebben gevoed, vindt geen steun in de voorbeelden die hij noemt en verhult bovendien de translokale (en transregionale) wortels van het Bildtse boerenliberalisme.
7. Anders dan de lokale overlevering wil, leidden niet de arbeidsonlusten in de vroege jaren 1890 maar vooral zakelijke en logistieke overwegingen tot de uittocht van topveefokkers uit Het Bildt.
8. Als het Bildtse voorbeeld representatief is voor Nederland, dan leveren elite shifts op de keper beschouwd de meest elegante verklaring voor historische veranderingen in de Gedächtniskultur.
9. De aanduiding van Albrecht van Saksen als ‘bezetter’ van Friesland is een anachronisme.
10. In het debat over de naam van Het Bil(dt) heeft Annie M.G. Schmidt het laatste woord.